Na de hartobductie wordt het materiaal opgeslagen bij het Durrer Center, de biobank afdeling van het Netherlands Heart Institute. Deze biobank is gevestigd in het Amsterdam UMC, locatie AMC. Tijdens de obductie wordt gebruik gemaakt van een standaard protocol, waarbij sommige delen van het hart worden ingevroren en andere delen met een fixatief (formaline) worden gefixeerd en daarmee behouden. Het ingevroren materiaal wordt opgeslagen in -80°C vriezers.

Om te waarborgen dat het hartweefsel op een verantwoorde en efficiënte wijze wordt uitgegeven voor onderzoek, zal een uitgifte toetsingscommissie elke aanvraag beoordelen op praktische en wetenschappelijke kwaliteit.